Duizenden jaren aan kennis in een nieuw jasje

De wereld telt drie grote geneeskundige systemen, met elk ongeveer evenveel gebruikers: het Westerse, Chinese en Indiase. De drie systemen gaan uit van verschillende mensbeelden en dat verklaart ook hun verschillende benadering om balans te verkrijgen.

In de Westerse wereld is dat beeld fysiek, voor de Chinezen staan energiestromen centraal, terwijl het in de Indiase wereld vooral om het bewustzijn draait.

BASHYA gaat er echter van uit dat de drie systemen elkaar juist aanvullen en dus ook goed te combineren zijn voor het balans fysiek, mentaal en emotioneel. Om de BASHYA Methodieken beter te begrijpen zal een beetje achtergrond informatie het duidelijker maken.

Om te beginnen gaat het Westerse geneeskundige systeem uit van het idee dat de hele wereld, en dus ook de mens, opgebouwd is uit materie. Door de materie te begrijpen, begrijpen wij hoe een mens functioneert en hoe ziekten ontstaan. De therapeut gaat daarbij op zoek naar de ‘materiële oorzaak’ van de afwijking, om die vervolgens met chemische en fysische ingrepen te behandelen. Kortom, in het Westerse mensbeeld zijn energie, functie en bewustzijn afgeleiden van materie.

In tegenstelling hiermee is in de traditionele Chinese geneeskunde alles primair energie. Een mens is opgebouwd uit energetische systemen en subsystemen. Energie stroomt, is in beweging, is dynamisch en energetische subsystemen staan in een evenwichtsrelatie met elkaar. Zo’n verstoring uit zich allereerst in specifieke emoties en die kunnen op hun beurt tot puur fysieke klachten leiden.

De traditionele Indiase geneeskunde ten slotte baseert zich op bewustzijn. De oorzaak is gelegen in een persoonsgebonden oriëntatie in het bewustzijn. In Westerse termen spreken we dan over persoonlijkheid of karakter.